Na het debuut, half live en half studio, besloot het viertal uit Hersham tot een conceptplaat op soortgelijke wijze als de tweede plaatkant van
Tell Us the Truth al deed. We volgen zoonlief (stem van niet-bandlid Grant Fleming) vanaf het moment dat hij wordt gewekt door een luid mopperende moeder:
"He's out in the pub all night, just like you", krijgt ook vader een veeg uit de pan. Had ik dit indertijd ontdekt, dan was ik ter plekke gevallen voor het herkenbare verhaal van de tienerzoon.
Bij aanvang van het akoestische (!)
Everybody's Right, Everybody's Wrong komt hij opnieuw te laat op het werk en wordt ontslagen. Ook opvallend is dat regelmatig toetsen klinken. De scheurende punk van het debuut wordt verbreed.
En daarmee is het een stuk afwisselender, grappiger en qua teksten herkenbaarder dan de tweede van
The Clash die de maand erop verscheen. Geen politiek maar het dagelijks leven van een arbeiderszoon. Hij probeert de gederfde inkomsten goed te maken in een wedkantoor door in te zetten op hondenrennen, brengt de dag door met vrienden, flirt in de kroeg met een meisje en krijgt ruzie met een rivaal en zo rolt deze dag door.
Twee hitsingles werden er van deze elpee gescoord:
Angels with Dirty Faces haalde in juni
#19 en in de onweerstaanbare meezinger
Hurry up Harry gaan we naar de pub, het haalde in november
#10.
De muziek werd geschreven door gitarist Dave Parsons en zanger Jimmy Pursey, de laatste produceerde de plaat net als het debuut met producer Peter Wilson. Arbeiderspunk, de kiemen voor oi-punk worden hier nog eens gelegd.
Vanaf 2001 via Castle verkrijgbaar op cd met twee bonustracks,
sinds 2005 bij Captain Oi! tevens met derde bonus
If the Kids Are United. Leukste bonus is
No Entry, met daarin het Amerikaanse volkslied verwerkt.
Mijn reis door new wave van 1978 kwam van de tweede
Wire en vervolgt bij de derde van
The Jam.