Vandaag verschillende albums van Hassell beluisterd. Deze passeert nu zelfs voor de 3e keer de revue.
Hassell geboren in Memphiss, Tennesseee en behaalde zijn Mastertitel aan Eastman School of Music (New York). Hassell een trompettist en Componist. in zijn jeugd sterk beïnvloed door het orkestrale werk van Stan Kenton.
In het begin van zijn loopbaan speelde hij (nadat hij Riley had bevriend) o.a. op Terry Riley's - In C. en op La monte Youngs - Dream House (de versie uit 74).
In de jaren 50 en 60 was hij erg onder de indruk van de Europese avant-garde. Nadat hij zijn Frans en Duits had bijgespijkerd, kan hij na eigen zeggen een voet tussen de deur krijgen van de Europese avant-garde. Hassell studeerde onder verschillende post-Webernse componisten. De belangrijkste invloed en leermeester was Stockhausen. Hij kwam in een klas samen met Irmin Schmidt en Holger die samen de band Can oprichtte. Irmin hoopte dat Hassell zich bij Can zou aansluiten, maar hij (Hassell) was te gericht op zijn individuele projecten.
Brian Eno was erg onder de indruk van Hassell zijn eerste album 'Vernal Enquinox'. Eno was zo onder de indruk van het album dat hij het de hele zomer (van 78) beluisterde.
Na een live voorstelling van Vernal Enquinox, wie Eno bijwoonde, stelde hij na afloop voor aan Hassell om samen een project te starten. Volgens Hassell was dit gelijk het begin van hun vriendschap.
lineup:
Jon Hassell – trumpet, pottery drums, Prophet 5, bowl gongs, mix (tracks 2 & 7)
Brian Eno – drums, bowl gongs & bells, mix (tracks 1, 3, 5 & 6)
Michael Brook – bass
Miguel Frasconi – bowl gongs
Walter DeMaria – distant drum
Daniel Lanois – engineering, mix (track 4)
Greg Roberts – additional engineering
Paul Fitzgerald – splash rhythm edit assist
Fourth World, Vol 2: Dream Theory is een exotisch en primitieve samenwerking van deze heren. Hassell zelf is erg trots op dit werk. In interviews beschrijft hij dat er nog niemand was die zoiets had gedaan en benoemt (haast arrogant) welke artiesten erg beïnvloed zijn door dit werk, o.a. Peter Gabriel. Dit is een letterlijke botsing van ideeën en culturen. De sound van de trompet is ingetogen en haast zachtjes als een zomerbries. De hele plaat laat zichzelf leiden in een constante sfeer van primitieve ritmes en abstracte atmosferen. Hassell speelt trompet zoals George Lewis trombone speelt. Als luisteraar herken je het instrument, maar de bespeling gaat voorbij de oorspronkelijke doelstelling van het instrument. Het album begeeft zich in een sfeer die sprekend op Chigaco Slow Dance lijkt; atypische nachtelijke oerwoud geluiden, worden om een blaas instrument heen gebouwd. Hassell schept hier een meesterwerk, laat dit duidelijk zijn! Veel elektronische werken wie hun pad bewandelen tussen de avant-garde en rock, hebben vaak een kosmische sfeer en een oneindige doelstelling. Het vormt zich in een expansie, zonder een duidelijk begin of eind. Deze ideeën lijken ook Hassell en Eno sterk te beïnvloeden, alleen ontstijgt Hassell dat principe. Hij creëert een pseudo-hallucinatie, je herkent wat hij doet. Doelloosheid klinkt weer betekenis vol. maar op het zelfde moment, klinkt het onwerkelijk en zonder concrete muzikale associaties. Hassell blijft dichter bij zijn leermeester Stockhausen en Europese avant-garde, dan bijvoorbeeld zijn studiegenoten in de Band Can hebben laten zien.
Dit werk is juist antikosmische muziek.
Ataloona, noemt dit een school voorbeeld van Wereldmuziek en electronische muziek zou moeten klinken. Zo ver kan ik niet gaan, want ben niet echt van de schoolvoorbeelden. Maar dat dit een geslaagde poging is om totaal iets nieuws te creëren staat als een huis! Hassell geeft geheel zijn eigen definitie aan muziek, en lijkt ook heel eventjes een nieuwe luister ervaring voor zijn toehoorders te creëren.
Een heel sterk album en na een paar luisterbeurten ben ik dik verkocht! Diep heel diep onder de indruk!